Jeugdwerkpraktijk moet worden geleid door een jeugdwerkbeleid dat ...

middelen toewijst die passend zijn in het licht van de doelstellingen.

Jongerenwerk wordt vaak slecht gefinancierd als het wordt gezien in relatie tot de vaak brede en abstracte doelstellingen (democratie, gelijkheid, enz.) die door het beleid worden bepaald. Beleid, indien serieus genomen, vereist vaak wonderen, maar biedt niet tegelijkertijd middelen die zelfs dicht bij voldoende zijn voor hun realisatie. Het is echter algemeen bekend dat het contraproductief is om doelen te stellen die met de verstrekte middelen niet kunnen worden bereikt. Ze devalueren de waarde van het hebben van doelen, en ze maken het beheer bijna onmogelijk. Net zo contraproductief is het stellen van doelen die zo abstract zijn dat hun transformatie naar concrete doelen vrijwel overal kan eindigen.

Het jeugdwerkbeleid moet daarom specifiek zijn met betrekking tot wat er moet worden bereikt en wat er nodig is in termen van middelen en organisatorische capaciteit. Door de nadruk te leggen op doelstellingen die verband houden met de participatie, de invloed en het leren van jongeren, wordt dit een stuk gemakkelijker...

Bulletpoint illustratie duimen omhoog

Bent u het eens over wat dit in de praktijk betekent?
Bent u het eens over de mate waarin jeugdwerk aan dit bullet point voldoet? 
Hier vindt u de vragen die u moet bespreken om erachter te komen! 

Als u denkt dat dit iets is waaraan u moet werken, klikt u hieronder op de knop “Toevoegen aan ontwikkelingsagenda”. U vindt dan uw agenda op uw persoonlijke pagina en in staat zijn om een ontwikkelingsproces te starten. 

Let op! 
Als u een ontwikkelingsproces met betrekking tot dit bulletpoint start, vindt u de onderstaande vragen ook onder de pagina “Discussiëren en beoordelen”. Daar kunt u ook aantekeningen maken. 

Vragen om te bespreken 

  • Zijn de lokale doelstellingen van jeugdwerk zo duidelijk en meetbaar dat het mogelijk is om in te schatten hoeveel middelen nodig zijn om ze te bereiken?
  • Is de toewijzing van middelen voor verschillende lokale jeugdwerkactiviteiten op kennis gebaseerd, d.w.z. op basis van een evaluatie van eerdere resultaten en actuele informatie over de behoeften, interesses en ideeën van jongeren?
  • Wat zijn de risico's van het niet kunnen meten en aantonen van de relatie tussen de hoeveelheid middelen en kwantitatieve en kwalitatieve resultaten?

Referenties & tips

  • Het Comité van Ministers beveelt overeenkomstig artikel 15, onder b), van het Statuut van de Raad aan dat de regeringen van de lidstaten, binnen de grenzen van hun bevoegdheden, hun steun voor jeugdwerk hernieuwen door ervoor te zorgen dat de totstandbrenging of verdere ontwikkeling van kwaliteitsvol jeugdwerk wordt gewaarborgd en in voorkomend geval proactief wordt ondersteund in het kader van het lokale, regionale of nationale jeugdbeleid. Rekening houdend met de diversiteit van jeugdwerk in en binnen de lidstaten, moet bijzondere aandacht worden besteed aan de noodzaak van strategieën, kaders, wetgeving, duurzame structuren en middelen, doeltreffende coördinatie met andere sectoren, alsook aan daarmee verband houdende beleidsmaatregelen die gelijke toegang tot jeugdwerk voor alle jongeren bevorderen. Jeugdwerkers en jongeren moeten actief worden betrokken bij alle geplande uitvoeringsmaatregelen; Raad van Europa, Aanbeveling CM/Rec(2017)4 van het Comité van Ministers aan de lidstaten over jeugdwerk, 2017
  • De Raad en de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten, in het kader van de Raad bijeen, verzoeken de lidstaten om: Dit houdt ook in dat belemmeringen voor de deelname aan jeugdwerk moeten worden weggenomen en dat in voorkomend geval strategieën voor jeugdwerk moeten worden ontwikkeld. Resolutie van de EU van de Raad en de vertegenwoordigers van de regeringen der lidstaten, in het kader van de Raad bijeen, over jeugdwerk, 2010